Allowed to embark

Na een lange tijd wachten in een rij met stilstaande vehikels op de snelweg bereik ik Antwerpen. Ik rijd door naar de Zeevaartpolitie op de Blauwhoefstraat in de haven. Ik laat bij de balie mijn paspoort en Contract Ticket zien, vertel dat ik passagier ben op de het schip de Timca. De man achter de balie controleert mijn papieren. In orde zegt hij. Ik krijg van hem een extra papier mee: een verklaring aan de kapitein van de Timca van de Zeevaartpolitie Antwerpen. The following people are allowed to embark, met mijn naam en geboortedatum erbij vermeld. Ik ben toegelaten tot het schip. Hij wenst mij een goede reis. Ik stap weer in de auto, op weg naar de security gate.

De haven van Antwerpen is groots. Overal staan opgestapelde containers. Lege vrachtwagens rusten uit langs de weg. Treinrails doorkruisen het landschap. Windmolens staan her en der wind te vangen. Er staan rijen loodsen langs de kades en hier en daar steekt een kraan af tegen de blauwe lucht. Ik vind, na wat rondrijden, eindelijk de plek waar ik moet zijn. De security gate, kaai 1213.

Cptn Zeppos

In november 2024 heb ik op internet een reisagent gevonden die reizen aanbiedt op een vrachtschip. Cptn Zeppos heet het bedrijf, gevestigd in Antwerpen. Voor een verhaal over een community, die leeft op een schip op zee, heb ik zee-ervaring nodig. Een cruise is geen optie, ik wil schrijven, geen afleiding. Ik zocht contact met Joris van Cptn Zeppos. Hij raadde mij de trip naar Finland aan, een beginnersreis. Minder kans op zeeziekte, zei hij. Het schip heeft uitklapbare vinnen die het rollen van het schip dempen. Omdat ik een landrot ben – geen idee of ik tegen zeeziekte kan en niet dagenlang kotsmisselijk wil rondzwalken – leek me dat een veilig advies. Ik regelde al het papierwerk, ging nog langs bij mijn huisarts voor een gezondheidsverklaring. En voilà. Ik was klaar om aan boord te gaan.

Joris komt me persoonlijk ophalen bij de security gate. Hij heet mij welkom in de Antwerpse haven. Hij vraagt me achter hem aan te rijden met de knipperlichten aan. We rijden langs grote rollen staal, pakhuizen van de Riga Katoen natie, duiken tussen hoge muren opgestapelde containers door. Er rijden zware loaders rond, die met hun grijpgrage kraan, containers oppakken en ergens anders weer neerzetten. Geen voertuig waar je mee in botsing wil komen met je autootje. We komen heelhuids aan bij het schip. Ik parkeer mijn auto, doe mijn fluorescerende hesje aan en pak mijn spullen, grote bagagetas, laptop tas en racefiets. We maken nog een foto met mij en het schip: een fluorescerend figuurtje met daarachter een stalen gevaarte, groot als een flatgebouw.

De Timca is een roll on-roll off container schip van 206 meter lang en 26 meter breed. Het schip vaart onder de Nederlandse vlag. Het is een stukje varend Nederland op de wereldzeeën (voor wie het interessant vind, op de site Varen onder een vlag – KVNR staat een interessant artikel). Een ultrakorte samenvatting: een schip vaart onder een vlag, wordt daardoor juridisch beschermd door het land van registratie. Er wordt gehandeld volgens de wetten en voorschriften van dat land. De Nederlandse vlag heeft een goede internationale reputatie.

We lopen via een gigantische laadklep de maag van het schip binnen. Hier worden de vrachtwagens gestald voor de overtocht naar Finland. We duiken vervolgens een gang in door een zware openstaande metalen deur en komen bij een trappenhuis. Vier trappen omhoog klimmen we met de bagage naar het messroom deck (daarom heb je een doktersverklaring nodig!). Ik kan direct door naar de hut, mijn slaapplek voor de komende week. Een ruimte met een stapelbed, een tafel, een bank, een apart toiletgedeelte en een stoel. Mijn schrijversstoel. Twee ramen bieden uitzicht op de haven.

Mijn medepassagiers zijn twee Franse mannen en een Nederlandse student. Wij krijgen ons avondeten in de mess room. De student overweegt maritiem officier te worden, deze reis is een mooie kans voor hem om te ervaren hoe het aan boord gaat. Terwijl ik zoute kip en nog zoutere pasta wegwerk, kijk ik door het raam naar buiten naar het voordek. Ik zie hoe de containers aan dek worden gehesen. Het lijkt wel op een georkestreerde dans, twee grote kranen hijsen containers omhoog van de kade. De stalen kisten zweven een tijdje door de lucht, dalen weer, draaien een beetje, zodat ze precies op de juiste plek komen. Twee mannen in werkkleding, fluorescerende hesjes aan en helm op, duwen de logge dingen langzaam op hun plek. Het is centimetermeter werk. Dan volgt een doffe dreun, die door het hele schip gaat. De container is op het dek beland. De dans herhaalt zich totdat het dek vol staat met containers en cilindervormige tanks met chemicaliën.

Vrachtschip Timca - voordek

Lichtshow in de haven

In de avond staan wij, de vier passagiers, op de brug van het schip. Die geeft een wijds uitzicht over de haven van Antwerpen. We wachten op het vertrek, lopen enthousiast van de ene kant van de brug naar de andere, om zoveel mogelijk van de haven te zien. De kapitein stuurt het schip los van de wal. We voelen de doffe dreun van de scheepsmotoren.

We varen richting een sluis. De haven is fel verlicht, overal flikkeren lampen in het duister, in wit en rood. Het is alsof ze hier elke avond een lichtshow hebben. Een glas champagne erbij, elke avond nieuwjaar. Uit een chemische fabriek stijgen witte rookpluimen omhoog, krachtig verlicht in de nacht. Het voelt magisch en vreemd tegelijk, deze kunstmatige wereld van licht en chemie.

De eerste sluisdeur gaat open, we varen erin. Na een tijd wachten tot we op het juiste waterniveau zijn, gaat de tweede open, we varen de Schelde op richting de Noordzee. Ik begin nu echt aan mijn zeereis. Een volgende stap in het avontuur voor mijn boek Ships for a Future.

Socials

LinkedIn