Het verhaal is mijn reis van de gesprekken die ik voer en de kennis die ik opdoe. In de verschillende hoofdstukken schrijf ik over het schip en haar community. Ik beschrijf in het boek de noodzakelijke systemen en kringlopen en hoe dat samengaat met de community.
Op een schip, die langdurig op de oceaan vaart, hangt alles met alles samen. Het aantal mensen in de community, de grootte van het schip, de voedsel- en energieproductie, de locatie op zee, het internationaal recht en de logistiek op zee, om een paar essentiële zaken te noemen.
Naast de systemen en kringlopen aan boord die het leven van de community mogelijk maken, onderzoek ik in het boek hoe zo’n schip tot stand zou kunnen komen. De mogelijke vormen van financiering. De bouw van een nieuw schip of het ombouwen van een bestaande. Ik schrijf over het schip als een sociaal-technische innovatie. Een schip is een technische omgeving waar mensen op samenleven (een stad is trouwens ook een technische omgeving).
Op het schip leeft en werkt een community. Er zijn bijvoorbeeld kantoren, werkplaatsen, ateliers, sportruimtes en een keuken. De zeebewoners hebben hun eigen ruimte, hun kamer. Er is ruimte voor kunst en cultuur. Allemaal fysieke ruimtes, die we in onze steden en dorpen hebben. Het schip moet een microsamenleving mogelijk maken.
We leren in de toekomst op de oceaan wat we op het vaste land nodig gaan hebben.