Het gebeurde in oktober 2024 in het bestuursgebouw van de Universiteit Utrecht. Ik zat achter mijn laptop met een beker lauwe automatenpleur voor me. Een collega van de meer dan honderdkoppige afdeling Vastgoed en Campus zat tegenover mij, verstopt achter twee grote monitoren. Ze zei iets tegen een collega. Over een boot, die zelfvoorzienend moest worden, waar ze aan werkte samen met haar vriend. Ik dacht: !!! Dat is wel heel toevallig. Ik schrijf een boek over een schip die zelfvoorzienend moet worden. Ik schrijf, zij is het echt aan het doen. Katharina en ik raakten aan de praat over duurzame communities. Ik zou, spraken we af, een keer naar hun boot komen bekijken.
Ik pak een OV-fiets bij station Bussum-Naarden. Tegenwoordig is alles automatisch: met je OV-pas kun de je de fietsstalling binnen komen en het slot van de fiets halen. Er komt geen mens meer aan te pas, technologie is het enige waar ik mee in contact kom. Ik fiets langs Vesting Naarden, passeer de imposante muren die als pijlpunten in het water staan. Vroeger hielden ze indringers absoluut tegen. Met de komst van de moderne militaire technologie, drones en kruisrakketten, is een vestingmuur zinloos geworden. Ik bereik de haven, fiets een tijdje zoekend rond, zie dan Katharina en haar vriend Elias staan. We wandelen naar hun boot. Luxe jachten liggen blinkend te pronken in de ochtendzon. “Jullie boot heeft toch wel een helikoterplatform?” Grap ik.
Katharina is net klaar met haar promotie op het gebied van ecosysteem diensten in gebouwen (Towards ecologically functional buildings).Ze gaat verder werken bij de universiteit aan het opbouwen van een kennisbank voor succesvolle duurzame bouwprojecten. Haar vriend Elias is een construction specialist. Hij heeft een eigen bedrijf, For Nature Construction. Voor hun bootproject vormen ze een ideaal koppel, theoretische denkkracht en praktische doekracht.
We stappen op het dek van het schip. “De boot komt uit 1954,” zegt Elias trots. “We hebben de scheepshuid helemaal gerepareerd, dagenlang geschuurd en geschilderd met vier man.” Hij vertelt verder dat hun ijzeren schuit vroeger op de zee voer om de bevoorrading te doen. Het 14 meter lange schip is stevig gebouwd, is inzetbaar bij ruwe zeecondities.
“Als een boot langer is dan 15 meter en harder vaart dan 20 km/uur, moet een vaarbewijs hebben,” informeert Elias mij. Ik denk: slim, blijf je mooi buiten het bereik van de regeltjes. Ik snap dat regels, vergunningen, certificaten, bestemmingsplannen, enzovoort nodig zijn in een dichtbevolkt landje als Nederland. Maar toch … als je meer tijd en geld moet steken in andere zaken, niet in je project, dan kan dat frustrerend werken.
Elias opent de deur van de kajuit, we stappen naar binnen. Er moet nog veel geklust worden aan de boot, constateer ik. “Geld en tijd, dat is de bottleneck voor ons project,” zegt Elias. “Of je werkt aan je bedrijf, of je werkt aan de boot. Het kan niet allebei”. Hij haalt zijn schouders op. Ik herken wat hij zegt, ik kan voltijds werken aan mijn boek, verdien dan niets. Of ik werk voor de poen, schiet het verhaal niet op.
We staan in een hoge lange ruimte met een glazen dak. “We hebben alles eruit gesloopt. Deze ruimte moet een woonkamer met een geïntegreerde plantenkas worden waar we ook voedsel kunnen verbouwen, bijvoorbeeld tomaten of kruiden,” zegt Katharina. Het glazen dak loopt schuin af, zodat regenwater kan worden opgevangen. Aan de buitenkant komen zonnepanelen die kunnen uitklappen. Elias is ook opgeleid tot elektrotechnicus, heeft ervaring in zonne-energie. Hij ontwikkelt zelf het energiesysteem van de boot. Er komen nog een woonruimte, WC, douche en keuken in het kaalgestripte ruim. Een incineration toilet moet ervoor zorgen dat er geen sanitaire afvalstroom is, de as kun je gebruiken voor de planten. Ik had er nog nooit van gehoord, het klinkt wel handig. Ik vertel over de studenten van de Wageningen Universiteit die een voedselsysteem gaan ontwerpen voor op een schip. Onderdeel van dat onderzoek is een oplossing vinden voor de kringloop van nutriënten: van plant naar mens terug naar plant. We kunnen die kennis delen, zeg ik. Zo helpen we elkaar.
Het idee is de boot om te bouwen tot een duurzaam drijvend appartement. De boot zou ergens in een haven van een stad kunnen komen te liggen, te huur voor een periode. De duurzame oplossingen moeten zichtbaar zijn voor de gasten. Zodat je ervan kan leren, het kan ervaren. Een soort Living Lab. “We hebben goed nagedacht over de kringlopen in onze boot,” glimlacht Katharina.
Elias tilt een houten plaat op in de vloer, daaronder verschijnt de motor. Detroit Diesel Engine Division staat erop. “We hebben contact met een oude man die uit Oceanië komt. Hij helpt met het opknappen van de motor. Hij is helemaal verliefd op deze oude diesel motor,” verzekert Elias. Ik kijk naar de robuuste machine. Ik begrijp het wel, die liefde voor de mechanica. Cilinders, krukas en bougies. De geur en het stampende geluid. Eenvoudige kracht, geen moderne plug-maar-aan-de-laptop motor, helaas wel met een dieselwalm. Ze willen deze oude aandrijving graag in de boot houden. Zonde om die weg te doen (ook dat is duurzaamheid). Aanvullend moet er een elektrische buitenboordmotor komen. De hybride oplossing: fossiele kracht en efficiënte schone voortstuwing.
We zijn klaar met het bekijken van de boot, stappen weer op de kade. “Infinity, de naam van onze boot,” zegt Katharina. Ze laat het symbool voor eindeloosheid, een liggende acht, op de boeg zien. Het is hetzelfde symbool dat Elias als bedrijfslogo heeft gekozen.
We gaan zitten op een terrasje bij de haven. Infinity ligt te dobberen in het water, wij praten verder in de warmte van de zon.
“Biomimicry. We kunnen veel leren van de ontwerpen van dieren en planten uit de natuur. Die hebben miljoenen jaren kunnen testen om steeds weer een stapje beter, slimmer, weerbaarder, te worden. In de natuur werken meerdere subsystemen naast elkaar. Die zorgen voor stabiliteit van het geheel, zodat het minder kwetsbaar is.” Katharina deelt haar fascinatie voor de werking van de natuur. Ze zegt dan: “je zou Desiging Regenerative Cultures kunnen lezen. Een interessant boek, geschreven door een Duitser. Maar wel in lange moeilijke zinnen.” Ik knik, denk: nog een boek voor mijn groeiende stapel literatuur.
Van systemen komen we te praten over de community. “Dat is het meest uitdagende op een schip, het sociale. Technisch kan het allemaal wel,” zegt Elias. Hij heeft gelijk, weet ik. De sociale verhoudingen in een gemeenschap, die woont op een geïsoleerd liggend schip, proberen te begrijpen. Katharina oppert dat er ervaring is in ecodorpen. Ze experimenteren met de verdeling van werk, met zelforganisatie. Ze verbouwen voedsel, wekken zelf energie op, koken en regelen alle andere taken die zorgen dat een gemeenschap leefbaar is. Er is ervaring, dat besef ik, maar hoe al die informatie te verzamelen?
“Ik zou gaan vissen,” zegt Elias. Ik twijfel of dat de bedoeling is. “Als je iets neemt uit de oceaan, moet je wat teruggeven. Dat is een principe die ik hanteer, ” zeg ik. Katharina: “je kan kleine visjes laten opgroeien bij het schip en uitzetten in de oceaan.” Ik vind het een goed idee dat ik verder wil uitzoeken. Dit zijn de gesprekken die helpen, die kleine duwtjes geven aan Ships for a Future.
We nemen afscheid, onze tijd is niet eindeloos beschikbaar. We gaan elkaar op de hoogte houden van de vaartocht van ons project: Infinity en Ships for a Future.
Infinity. Prachtige naam trouwens voor een boot.
Noot: de foto van Infinity heb ik van Katharina gekregen.




